De Nationale Politiebond plaatst vraagtekens bij de introductie van digitale politieloketten, bedoeld om burgers laagdrempelig in contact te brengen met de politie. Voorzitter Nine Kooiman noemt deze loketten, die sinds kort in Utrecht worden getest, ‘een doekje voor het bloeden.’ Ze benadrukt dat het jarenlange bezuinigingsbeleid vooral heeft geleid tot sluiting van wijkbureaus, waardoor de afstand tussen burgers en de politie is vergroot. Volgens Kooiman moet de focus liggen op meer wijkagenten in plaats van op digitale alternatieven.
Het kabinet kondigde in het recente regeerakkoord plannen aan om politieloketten op nieuwe en bestaande locaties zoals stadhuizen, stations en ziekenhuizen te openen. Dit moet politiecapaciteit vrijmaken, zodat wijkagenten meer tijd hebben voor hun werk op straat. Kooiman betwijfelt echter of digitale loketten daadwerkelijk een verbetering zullen brengen: ‘Als mensen echt hulp nodig hebben, willen ze niet met een scherm spreken. Ze hebben behoefte aan iemand die direct kan handelen en advies kan geven, vooral bij gevoelige situaties.’
Ook onderzoeker Jasper De Paepe van de Universiteit Leiden en Universiteit Gent uit twijfels. Hij wijst erop dat de invoering van de Nationale Politie in 2014 al leidde tot het sluiten van veel politiebureaus, zonder dat wijkagenten sindsdien meer capaciteit hebben gekregen. Volgens De Paepe blijft de druk op de wijkagenten hoog, wat de kwaliteit van het wijkgerichte politiewerk belemmert.
De proef met het onbemande loket in Utrecht, waar mensen kunnen videobellen met een agent, loopt nog tot januari. Kooiman vreest dat deze ‘schijnconstructies’ het vertrouwen in de politie juist ondermijnen. ‘In plaats van te investeren in technologie, zou het kabinet prioriteit moeten geven aan het versterken van de basispolitiezorg en de aanwezigheid van wijkagenten. Dat is waar de samenleving werkelijk behoefte aan heeft,’ aldus Kooiman.
Bron: rtl.nl