Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) heeft een databank ontwikkeld met inktsporen van geldautomaten. Hiermee wil het instituut verdachten van plofkraken koppelen aan specifieke misdrijven. Nederlandse criminelen richten zich vooral op plofkraken over de grens, waar zij afgelopen jaren meer dan 100 miljoen euro buitmaakten.
Bij een plofkraak wordt veiligheidsinkt uit geldcassettes verspreid over bankbiljetten, kleding of andere materialen. Deze inkt is onuitwisbaar en heeft unieke kenmerken. De politie stuurt inktresten, bijvoorbeeld van kleding of geld, naar het NFI. Onderzoekers analyseren de microscopisch kleine deeltjes om te achterhalen uit welke geldautomaat de inkt afkomstig is. Dit bewijst vaak dat een verdachte betrokken was bij een plofkraak.
De databank bevat inktgegevens van geldautomaten uit Nederland en Duitsland. Het aantal onderzoeken steeg van vier in 2021 naar zeventig dit jaar, mede door een toename van plofkraken in Duitsland. Tegelijkertijd neemt het aantal plofkraken daar nu af, dankzij verbeterde beveiliging en de arrestatie van tientallen Nederlandse daders. Toch wijken criminelen uit naar andere Europese landen, zoals Zwitserland, Oostenrijk en Frankrijk.
Het NFI hoopt de databank uit te breiden met gegevens uit andere landen. Het systeem, een aanvulling op eerdere initiatieven zoals de glasdatabank, kan zo helpen bij internationale samenwerking tegen plofkraken.
Bron: nos.nl