Een boa met een keppeltje

Mag de boa religieuze symbolen dragen? Sommige steden laten het toe, uit principe. Welk principe? Dat van religieuze vrijheid of het (on)recht van de sterkste?

Op televisie was de opening van het Holocaustmuseum te volgen. De Koning sprak in aanwezigheid van concentratiekampkinderen mooie woorden; buiten voor de deur riep het volk ‘kankerzionist’. Naast de gruwelen van de Jodenvervolging, de deporaties en de massavernietiging kwamen thema’s als vrijheid van godsdienst en eigen identiteit voorbij. Het zijn actuele thema’s. Immers, wat is het geweldig dat boa’s tegenwoordig dankzij die vrijheid een tulband, hoofddoek of keppeltje mogen dragen. Maar een keppeltje? Oei! Voor joden heeft het uitdragen van de eigen godsdienst en identiteit niet altijd even goed uitgepakt. Zeker niet in Amsterdam. Is het wel verstandig: een boa met een keppeltje?

Boa’s worden niet altijd even gewaardeerd. Vraag maar aan de echte mannelijke mannen van Voetbal Inside. Die trappen overal tegenaan, ook tegen boa’s. Makkelijk scoren. Boa’s beschikken niet over de geweldsmiddelen om hun het aanzien te verschaffen dat ze voor hun werk nodig hebben en verdienen. Het is een harde wereld. Geweldsmiddelen zijn soms helaas noodzakelijk om respect af te dwingen en jezelf te verdedigen. Het gevolg van machteloosheid is bijvoorbeeld een Nationaal Holocaustmuseum.

Wat zou in Amsterdam de waardering zijn voor een ongewapende boa met een keppeltje? Zou het bijvoorbeeld goed zijn voor de integratie en inclusiviteit? Dit zijn immers argumenten om boa’s een religieuze hoofdbedekking toe te staan. Vroeger was een op de tien Amsterdammers joods, maar het dragen van een herkenbaar symbool – de Jodenster – droeg bij aan het decimeren van deze verhouding. Zou het nu dan wel beter gaan? Gezien de in Amsterdam getolereerde, gefaciliteerde en georganiseerde haatprotesten bij de opening van het Holocaust-museum is te vrezen van niet.

In plaats van een discussie over het dragen van ‘religieuze symbolen’ – een eufemisme voor hoofddoekje, want daar gaat het natuurlijk gewoon om – kunnen we misschien beter praten over het dragen van ‘geweldsmiddelen’ – een eufemisme voor bijvoorbeeld de wapenstok ter zelfverdediging. Zo’n wapenstok is wel het minste wat een boa met een keppeltje bij zich moet dragen om het ‘huidige klimaat’ te overleven – een eufemisme voor de jodenhaat die generaties na de deportaties in Nederland opnieuw is geïmporteerd.

Overlevenden van de Shoah werden voor de deur van het Holocaust Museum vol haat en overtuiging uitgescholden voor ‘kankerzionist’. Woorden zijn ook symbolen. Zal een boa ooit met een keppel op kunnen lopen? Niet in Amsterdam,  Arnhem, Den Haag of Utrecht. Niet in Nederland.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *