De Porsche 911 dwong respect af voor de politie. Ze waren meer dan praktisch, ze waren iconisch. Onze tip bij aanbestedingen: hou rekening met de Porsche-factor!
Van 1962 tot 1996 reden er op de Nederlandse snelwegen twee soorten auto’s: burgerbakken en politieporsches. Ze werden bewonderd, gerespecteerd en soms gevreesd. Zag je de Porsche 356B 1600 Cabriolet ‘Rijkspolitie’ rijden, dan wilde je toch ook direct in dat uniform?
De Porsche 356 was in 1948 de eerste productieauto van Porsche, ontworpen door Ferry, zoon van Ferdinand P. De Surveillancegroep Autosnelwegen (sinds 1962) reed in deze bijzondere 2-liter cabriolet, de Targa, uitgerust met een blauwe zwaailamp en een sirene. De motor: 1600cc, 95 pk. Haar topsnelheid: 200 km per uur.
Die snelheid was nodig. De Volkswagens Kever en 1500, Daf 33 (en 32 Bestel) en de Simca 1000 waren al in politiedienst, maar hielden het verkeer niet goed meer bij. De burgerbakken werden sneller.
In 1965 kwam de legendarische opvolger van de 356: de Porsche 911. Het is de meest bekende Porsche ever die door de Nederlandse politie werd gebruikt. Er waren verschillende uitvoeringen van, waaronder de Targa, de Coupé, de Cabriolet en de Turbo.
Was de Porsche 356 er vooral voor surveillance en snelheidscontrole, de Porsche 911 deed het ook heel goed in achtervolgingen. Kan ook niet anders met de 2 tot 3,6-liter motor, 110 tot 300 pk en een topsnelheid van 200 tot 300 km per uur!
De Porsches waren snel, wendbaar en betrouwbaar. Tenminste zo belangrijk: ze waren een symbool van de Nederlandse politie, populair bij het publiek én ze droegen bij aan de reputatie van de politie. Ze hadden de Porsche-factor.
Nu een triest slot: de Porsches zouden te duur zijn in onderhoud. Ze verdwenen van de weg. Maar daarmee verdween ook een deel van het imago en de aantrekkingskracht van de politie. Breng daarom de Porsche-factor terug. Die missen we en hebben we nodig!