De agente die een journalist informeerde over seksuele berichten van haar leidinggevende, is onterecht ontslagen, oordeelt de Centrale Raad van Beroep. De politieagente die in 2020 is ontslagen nadat ze praatte over de ongepaste seksuele, WhatsApp-berichten van haar baas, had niet ontslagen mogen worden. De Centrale Raad van Beroep stelt dat de WhatsApp-gesprekken met een journalist en met een collega onrechtmatig zijn verkregen door de politieorganisatie.
‘Ernstig plichtsverzuim’ In 2019 had de agente toestemming gegeven aan leidinggevenden om haar privételefoon in te zien. Dit was in verband met een onderzoek naar ongewenst gedrag door een teamchef in Haarlemmermeer, haar directe leidinggevende. De toestemming gold alleen voor WhatsApp-contact tussen haar en de diensttelefoon van haar leidinggevende. De leidinggevenden ontdekten echter ook dat zij met een journalist had gesproken. Zij werd vervolgens ontslagen voor ‘ernstig plichtsverzuim’.
Te zware straf Een lagere rechter vond haar ontslag terecht. De Centrale Raad van Beroep oordeelt nu dat de disciplinaire straf van onvoorwaardelijk ontslag een te zware straf is voor de ‘overgebleven gedragingen’. Eén zo’n gedraging is dat de agente een kenteken heeft opgezocht, terwijl ze officieel ziek was gemeld.
Definitief Het oordeel van de Centrale Raad van Beroep is definitief. Partijen kunnen niet in hoger beroep. De agente is blij met de uitspraak en wil graag weer in dienst, omdat haar ‘blauwe hart de organisatie heeft gemist.’
Bron: nrc.nl
Actueel en betrouwbaar